fbpx
Menu Sluiten

Migratie: een politieke uitdaging.

Het kabinet Rutte IV is gestruikeld over de migratie- politiek. Nogal wat mensen brengen het woord migratie in verband met vluchtelingen en asielzoekers. Terwijl de werkelijkheid is dat het overgrote deel van de migranten bestaat uit werknemers binnen de EU die gebruik maken van het uitgangspunt dat in Europa vrij verkeer van goederen en personen bestaat. Daarnaast is er een aanzienlijke groep van expats van buiten de EU, veelal hoogopgeleide mensen. Tenslotte is er een groot aantal buitenlandse studenten dat aan onze universiteiten en hogescholen studeert.

Migratie is geen probleem van deze tijd, maar bestaat al vele eeuwenlang. Ook in de Middeleeuwen bestond er arbeidsmigratie, naast de groepen die om reden van geloof vluchten naar o.a. Nederland. Denk aan de Hugenoten in Frankrijk of de Portugese Joden die met name naar Amsterdam vluchtten.

Doordat we in internationale verdragen en in de Rechten van de Mens het recht op gezinshereniging hebben verankerd, zijn de aantallen migranten omhooggegaan. Toen de gastarbeiders eind jaren vijftig, beginjaren zestig hier kwamen werken, daartoe geworven door bedrijven, was er bijv. in Heesch het zogeheten Turkenpension. Daar woonden enkel mannen die voornamelijk in de Osse industrie actief waren. Toen de werkgeversorganisaties beseften dat men langer dan tijdelijk deze arbeidskrachten nodig had, kwam ook het recht op gezinshereniging aan de orde. De toenmalige regeringspartijen, bestaande uit christelijke en liberale partijen, maakten hiertoe de weg vrij. Na de Tweede Wereldoorlog werden veel kinderen geboren; deze generatie noemen we de Babyboomers. Met als gevolg dat we nu anno 2024 spreken over vergrijzing en dubbele vergrijzing: het aantal ouderen is in verhouding tot het aantal jongeren onevenwichtig groot. Dat geldt eveneens in vele landen op deze wereld. De westers wereld heeft een economische ontwikkeling doorgemaakt die gekenmerkt werd door neoliberalisme. Marktdenken stond voorop; overheidsbeleid werd versmald, ook de overheid zelf bekeerde zich tot marktmeester. Door de scheve verhouding in de bevolkingsopbouw, ontstaat er spanning tussen de wens tot meer economische groei dan wel stabilisatie van het huidige welvaartsniveau en de beschikbaarheid van personeel; dat heeft ook zijn uitstraling naar sectoren van zorg, onderwijs. Nagenoeg in alle sectoren treden tekorten op. Ter compensatie van deze tekorten zijn arbeidskrachten van elders zeer welkom. In een aantal sectoren voeren zij de boventoon. Vele uitzendbureaus- de goeden uitgezonderd- laten deze buitenlandse werknemers werken onder slechte omstandigheden. Beloning en huisvesting zijn niet op orde. De aanbevelingen van de commissie Roemer worden nauwelijks omgezet in concrete maatregelen zoals het scheiden van werken en wonen. Wie nu ontslagen wordt, verliest ook zijn huisvesting. Met als gevolg dat bijv. in Rotterdam meer dan de helft van de daklozen bestaat uit Oost-Europeanen. Naarmate de bevolking steeds meer het beeld laat zien van grote tekorten aan mensen om alle economische activiteiten uit te voeren, moet de vraag op tafel of we door kunnen gaan op basis van neo-liberale uitgangspunten meer economische groei na te streven. Of moet de vraag gesteld worden of we met minder economische groei toekunnen, door bijv. bepaalde sectoren op slot te doen, of minder te produceren.  Met als gevolg een mindere behoefte om buitenlandse arbeiders hier naartoe te halen. Het gaat dan om werk in met name onze voedselketen. Ten aanzien van de expats, veelal hooggekwalificeerde mensen in combinatie met buitenlandse studenten, is een ontwikkeling zichtbaar dat men steeds meer in Nederland wil blijven wonen en werken. Een morele vraag moet hier gesteld worden: wat doen we landen elders in de wereld aan, met name in Afrika en Azie, als wij hun toptalenten hier naartoe halen? Vertragen we dan niet de ontwikkelingskansen in de landen van herkomst? Wat betekenen deze “drainages” voor de infrastructuur van bijv. een ontwikkelingsland, sociaal, cultureel maar ook economisch? Wat betekent het voor de ontwikkeling van bijvoorbeeld een kleine gemeenschap in Roemenië waar nagenoeg alle mannen in Spanje of Italie zijn gaan werken? Al deze vraagstukken behoeven een antwoord. Is er een antwoord? In een artikel van de Volkskrant d.d. zaterdag 27 januari 2024 merkt Paul Scheffer op dat er geen echte oplossing is; als reden voert hij aan dat op een paar Afrikaanse landen na, overal in de wereld de kloof tussen vergrijzing enerzijds en de aanwas van jongeren anderzijds, betekent dat op enig moment de bronnen zullen opdrogen waaruit arbeidskrachten geput kunnen worden om tekorten op te vullen. Want ieder land wordt hiermee geconfronteerd. De forse verbeteringen in met name de gezondheidszorg hebben er wereldwijd voor gezorgd dat de kindersterfte drastisch gedaald is, met als gevolg dat de behoeft aan grote gezinnen ook afneemt. De problematiek van de migratie zal gekoppeld moeten worden aan de vraag of we onbelemmerd door kunnen gaan om op basis van marktdenken en neo-liberale uitgangspunten onze economie in te richten.  De verandering in het klimaat en de maatregelen die we daarbij moeten gaan nemen, vormen een extra motief om onze economische- politiek drastisch te herzien. Eerst dan ontstaat er ruimte om een andere migratiepolitiek te voeren. Tenslotte: migratie is ook afhankelijk van het toeval, niemand kan voorspellen waar en wanneer de volgende ramp uitbreekt waardoor er weer stromen vluchtelingen hun land verlaten en naar elders vluchten. In de Duitse talkshow Lanz vroeg een journalist zich af of we ons ook voorbereiden op de mogelijkheid dat Oekraine de oorlog met Rusland verliest en er daardoor opnieuw stromen vluchtelingen op gang komen. Want leven onder de dictatuur van Poetin zal geen Oekrainer willen. De weg die de nu formerende partijen willen inslaan, is niet alleen onbegaanbaar, maar ook moreel verwerpelijk.