Eindeloze gesprekken over windturbines, zonneweides, groene energie, isolatie, warmtepompen en ga zo maar door. Allen even noodzakelijk, prachtig en belangrijk, máar wat ik echt mis zijn twee dingen.
Allereerst de inzet op het informeren van de burger; er is immers geen mens die niet geraakt zal worden door de ingezette transitie. Denk aan het landschap, mobiliteit, onze manier van wonen, eten en consuminderen. Als men zich niet verantwoordelijk of meegenomen voelt, komt er ook geen draagvlak en dat remt en bemoeilijkt de te nemen maatregelen. Dus verduidelijk dat alles wat gaat komen ons allen raakt en ten goede komt. We willen toch allemaal een fijn, gezond leven met schone lucht, groen en toekomst?
Ten tweede mis ik de inzet op duurzaamheid en besparen: wat we niet gebruiken hoeven we niet op te wekken. Maar vooral besparen op de energie die je niet ziet. Zoals het transport van ons voedsel. De enorme hoeveelheden kunstmest, chemicaliën en water voor een plak kaas of een bosje bloemen. De verwoestende kledingindustrie met elke twee maanden een nieuwe wegwerpcollectie. En uiteraard het onnodige eten van vlees; de hoeveelheden water (duizenden liters), uitstoot, veevoer, leed en transport per kilo vlees is ongelofelijk.
Al met al kost ons dagelijks leven schandalig veel meer dan nodig. Door hier eerst te veranderen besparen we uiteindelijk het meest. En dat is goed voor ons allemaal.